Vloek van de Moches

Indiaanse koningsgraven in Peru
Grafrovers ontdekken in het noorden van Peru enkele indiaanse koningsgraven uit het jaar 250 n.Chr. Het is het begin van een reeks moorden om het bezit van de uitzonderlijke buit die een waarde vertegenwoordigd van honderden miljoenen dollars. Uiteindelijk lukt het ons, in samenwerking met Interpol, om het grootste gedeelte van de gestolen voorwerpen te confisqueren in München. Het zou een van de grootste vangsten worden ooit in Duitsland gedaan…
Lokale schatgravers vinden Moche-koning
Er zijn van die zaken waarvan je de indruk krijgt dat je in een film van Indiana Jones verzeild bent geraakt.
In 1986 stuit een groepje schatgravers in het noorden van Peru, nabij Sipán, op een enorme hoeveelheid gouden voorwerpen. De heuvels waarin ze graven, blijken piramides te zijn uit het jaar 250 n.Chr. De grafrovers krijgen onderling ruzie en er valt een dode. Doordat zowat de hele plaatselijke bevolking aan de plundering meedoet, raakt de politie gealarmeerd. Die grendelt het gebied af en belt de beroemde archeoloog Walter Alva midden in de nacht uit zijn bed. Alva kan zijn ogen niet geloven: de heuvels bevatten een koningsgraf van de indiaanse Moche-stam, die lang voor de Inca’s over een groot deel van Peru heerste. Nooit eerder was er een graf van een Moche-koning gevonden. En nu was het graf leeggeroofd door een stel dieven.
Bendeleider wordt neergeschoten
Niet lang daarna doet de politie een inval bij de leider van de bende, Ernil Bernal, waarbij een televisieploeg aanwezig is. Voor de draaiende camera’s wordt de vluchtende Bernal dood geschoten. Al snel duiken er in de media complottheorieën op. Had Ernil Bernal in opdracht gehandeld van enkele hooggeplaatste personen die van hem af wilden? Journalisten vergelijken de vondst met die van het graf van farao Toetanchamon, want net als bij dat graf lijkt er een vloek op te rusten.


Archeoloog ontdekt koningsgraven
Ondertussen begint de archeoloog Walter Alva de heuvels verder af te graven. Hoewel Bernal en zijn bende behoorlijk hebben huisgehouden, worden er nog twee koningsgraven gevonden. Eindelijk heeft men de mogelijkheid om meer te weten te komen over de mysterieuze Moche-cultuur. Tot nu toe had men alleen potten gevonden met daarop vaak gruwelijke afbeeldingen: de Moche-god Ai Apaec terwijl hij mensen offert. Uiteraard was Ai Apaec een mythisch figuur die nooit had bestaan. Of toch wel? In de koningsgraven vindt Walter Alva alle attributen van de wrede Ai Apaec, zoals de beker waarin het bloed van de slachtoffers werd opgevangen om dat vervolgens op te drinken…
De derde moord
Op dat moment weet nog niemand dat de grafrover Ernil Bernal voor zijn dood de door hem gevonden voorwerpen heeft verkocht aan kunsthandelaar Raul Apesteguia, een vriend van de Peruaanse president. Op de avond van 26 januari 1996 dringen drie overvallers het penthouse van deze Apesteguia binnen. Ze vermoorden hem en nemen de kunstvoorwerpen uit Sipán mee. Getuigen melden later dat de overvallers verkleed gingen als mummies.


De Costaricaanse kunsthandelaar Leonardo Patterson
Enkele jaren later trof ik tijdens een bezoek aan Londen de Nederlander Michel van Rijn. Van Rijn, eens de grootste kunstsmokkelaar ter wereld, had zijn oude ‘beroep’ vaarwel gezegd en was nu via een spraakmakende website een kruistocht begonnen tegen zijn voormalige collega’s. Hij vertelde mij het verhaal van Sipán. Inmiddels had Van Rijn ontdekt wie de uit Sipán geroofde en later bij de vermoorde kunsthandelaar Raul Apesteguia ontvreemde voorwerpen in zijn bezit had: de Costaricaanse kunsthandelaar Leonardo Patterson, woonachtig in Duitsland.
Peruaanse buit ontdekt in Spanje
Ik besloot Van Rijn te helpen. Het bleek dat Leonardo Patterson in 1997 zijn collectie, inclusief de geroofde voorwerpen, tentoon had gesteld in het Spaanse Santiago de Compostella. Tot onze verbazing lagen de duizenden voorwerpen sindsdien opgeslagen in een loods in Spanje. We brachten George Gamarra, een bevriend Interpol-contact in Peru, op de hoogte. Gamarra waarschuwde zijn regering die vervolgens de Spaanse overheid beslag liet leggen. De loods werd officieel verzegeld.
Omkoping met gouden hoofdtooi
Leonardo Patterson bleek over hoge contacten te beschikken. Al vrij snel ontdekte hij wie hem dit geflikt had. Hij belde Van Rijn op en deed ons een aanbod: als wij hem verder met rust zouden laten, zouden wij een van de geroofde stukken, die hij nog in zijn bezit had, als beloning krijgen. Omkoping dus. Het betrof een prachtige gouden hoofdtooi, door Ernil Bernal uit de piramide van Sipán geroofd en later verkocht aan de vermoorde Raul Apesteguia. We gingen ‘akkoord’. Uiteraard schakelden we direct Scotland Yard in die het stuk bij de advocaat van Patterson in Londen in beslag nam. Dezelfde avond opende het BBC- journaal ermee. De hoofdtooi werd omschreven als de Mona Lisa van Peru.

Duitse politie neemt voor 60 miljoen aan geroofde kunst in beslag
Leonardo Patterson besloot te handelen. In het holst van de nacht verbrak hij de verzegeling van de loods in Spanje en laadde met enkele handlangers de honderden voorwerpen in vrachtwagens. Toen deze de grens met Duitsland passeerden, werden ze opgewacht door de Duitse politie, die door ons was ingeseind. Het zou een van de grootste vangsten worden uit de geschiedenis van het Bundeskriminalamt: de media spraken over een waarde van 60 miljoen. Patterson zelf werd niet gearresteerd.

Leonardo Patterson op de vlucht
Samen met de Peruaanse Interpol-agent in Peru, George Gamarra, zorgden we ervoor dat veel van de in Duitsland geconfisqueerde voorwerpen terug-gingen naar de landen van herkomst. Want niet alleen Peru was getroffen. Ook in andere landen met een rijk archeologisch verleden zoals Mexico, Guatemala en Honduras was Patterson actief geweest. Toen hij enkele maanden later een tussenstop in Mexico maakte, werd hij dan ook op het vliegveld gearresteerd. Opnieuw bleek dat Patterson machtige vrienden had want door een ‘vormfout’ kwam hij vrij. Niet veel later konden wij hem opnieuw laten oppakken, nu in Spanje. Dit keer ging hij wel direct naar de gevangenis maar na enkele maanden stond hij weer buiten de poort: hij mocht het proces op vrije voeten afwachten. Wel werd voor de zekerheid zijn paspoort ingenomen. Maar dat was voor een man als Patterson, oud VN-ambassadeur voor Costa Rica, geen enkel obstakel. Toen hij te horen kreeg dat een uitlevering naar Peru op handen was, vluchtte hij naar zijn thuisbasis Duitsland.
Zoektocht naar moordenaar
Driemaal is scheepsrecht zou men denken. En inderdaad, dit keer werd hij in Duitsland wel gearresteerd… Inmiddels is hij weer op vrije voeten. Maar de jacht gaat voort, want ik ben op het spoor van nog meer verdwenen schatten uit Peru en van de grootste klant van Leonardo Patterson: een Duitser met een dubieus verleden. En natuurlijk is er nog de onopgeloste moord op Raul Apesteguia. Wordt vervolgd…
Voor meer over Leonardo Patterson, zie: ‘Het valse Olmeken-hoofd’.
