Roofkunst in Paleis Het Loo
Juliana kocht roofkunst aan voor de koninklijke collectie
De nazi’s roofden een zeer belangrijk Meissen-servies van een joodse familie. Sindsdien was het spoorloos. De onthulling van Artiaz dat 75 jaar later delen van dit servies in het bezit zijn van Paleis Het Loo, slaat in als een bom.
Zoektocht naar verloren kunst uit de Tweede Wereldoorlog
De grootste massamoord uit de geschiedenis voltrok zich tijdens het nazitijdperk. Minder bekend is dat tijdens de jaren 1933-1945 óók de grootste kunstroof aller tijden plaatsvond. Van de miljoenen kunstvoorwerpen geroofd door de nazi’s zijn er nog meer dan honderdduizend spoorloos. Kinderen en kleinkinderen van de oorspronkelijke eigenaren zijn nog steeds op zoek naar deze voorwerpen, die vaak de enige tastbare herinnering vormen aan een gelukkig vooroorlogs familieleven.
Toen ik kunst- en adviesbureau Artiaz oprichtte, was het vanzelfsprekend dat het opsporen van geroofde kunst uit de Tweede Wereldoorlog een speerpunt zou worden. Beroofde families waren decennialang tegengewerkt, vaak op zeer beschamende wijze, zelfs door de Nederlandse overheid.
Rijke bankiersfamilie spaarde porselein
De geschiedenis van de Duitse jood Herbert Gutmann is zo’n treurig voorbeeld. Zijn vader was de oprichter van de Dresdner Bank, waar-van Herbert later zelf directeur werd. Herbert was een verwoed kunstverzamelaar met een prachtige collectie. Zo had hij onder andere de hand weten te leggen op 26 porseleinen borden en sauskommen afkomstig van de beroemde porseleinfabriek in het Duitse Meissen.
Deze serviesstukken maakten eerder deel uit van een 435-delig servies dat de Nederlandse stadhouder Willem V rond 1774 cadeau kreeg van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Toen Willem V in 1794 naar Engeland moest vluchten, nam hij het servies mee. Uit geldnood verkocht hij uiteindelijk de borden, schotels, kopjes en kommen met daarop Nederlandse stads- en dorpsgezichten. Ruim honderd jaar later werden 26 delen bemachtigd door Herbert Gutmann.
Gedwongen verkoop van kunst
Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, kreeg Herbert Gutmann direct te maken met het nazibewind. Niet alleen was hij een jood, hij was ook directeur van de Dresdner Bank waar de nazi’s hun oog op hadden laten vallen. Herbert werd gedwongen ontslag te nemen en kreeg nog een enorme ‘boete’ opgelegd. Om deze onrechtvaardige boete te kunnen betalen was hij gedwongen zijn waardevolle kunstcollectie te verkopen. Nadat hij ook nog eens een kortstondige gevangenisstraf had ondergaan, kon Herbert vluchten naar Engeland. Daar stierf hij in 1942 als een berooid man.
Op het spoor van het Meissen-servies
Na intensief speuren in buitenlandse archieven vonden we de veilinggids uit 1934, de veiling waarop Herbert Gutmann zijn gehele collectie had moeten verkopen. Vanwege de band met Nederland, richtten we ons op de 26 delen uit het Meissen-servies.
Enkele stukken stonden afgebeeld in de catalogus. Aanvankelijk vonden we geen enkel spoor en het leek erop dat de stukken tijdens oorlogshandelingen waren vernietigd. De doorbraak kwam toen we een bord lokaliseerden in een museum in Deventer, uitgerekend de stad waar ik geboren en getogen ben. Niet lang daarna vonden we nog meer borden in andere Nederlandse musea, waaronder het gerenommeerde Rijksmuseum, nota bene enkele weken nadat de Nederlandse staat gezamenlijk met de musea een groot onderzoek had afgerond naar roofkunst waarbij deze stukken niet ontdekt waren. We begrepen dat we een behoorlijke scoop hadden. Hoe groot, bleek pas enkele dagen later...
Koninklijk schandaal: Juliana kocht roofkunst
Zes stukken die van Herbert Gutmann waren geroofd bleken zich nu te bevinden in De Koninklijke collectie van Paleis Het Loo. Toenmalig koningin Juliana had ze in 1975 aangekocht. De zaak nam nu een gevaarlijke wending. We realiseerden ons terdege dat dit tot veel opschudding zou leiden: door Hitler geroofde kunst aangekocht door het Nederlands koningshuis… En al had Juliana destijds niet kunnen weten dat het hier roofkunst betrof, latere onderzoekers hadden dit toch echt niet over het hoofd mogen zien.
Erfgenamen verheugd, onderzoek loopt nog
We namen contact op met de vertegenwoordigers van de erfgenamen van Herbert Gutmann. Ze waren verheugd dat het servies nog bestond maar konden nauwelijks geloven dat het zich bevond in zulke gerespecteerde instituties als Het Rijksmuseum en Paleis Het Loo. De avond voordat de Telegraaf onze ontdekking groot op de voorpagina zou afdrukken, brachten we de Rijksvoorlichtingsdienst op de hoogte. We wilden de dienst in de gelegenheid stellen zich voor te bereiden op de pers die zich ongetwijfeld in groten getale zou melden. Heel vroeg in de ochtend begon de telefoon te rinkelen. De gehele dag stonden we pers uit binnen- en buitenland te woord. Het NOS- journaal besteedde die dag uitgebreid aandacht aan onze ontdekking. Niet lang daarna kwam Het Loo met een officieel persbericht waarin ze aangaven dat ze deze pijnlijke kwestie grondig zouden onderzoeken. Indien zou blijken dat het hier inderdaad roofkunst betrof, zouden de stukken teruggeven worden aan de rechtmatige eigenaars. Het onderzoek loopt nog.
De media over roofkunst in Paleis Het Loo
'Servies van Het Loo roofkunst'
De Telegraaf
14 mei 2014
'Rijksmuseum’s Collection Includes Nazi-Looted Porcelain'
Artnet
19 mei 2014
'Nazi-Raubkunst im Königsschloss'
Meissner Zeitung
20 mei 2014